Najaarskamp in zuid-west Friesland
Verslag Najaarskamp De Verborgen Hoek
Op maandag 1 september kwamen toerbegeleiders Peter en Truus Laan als eersten aan om voorbereidingen te treffen en de volgende dag de andere deelnemers te kunnen ontvangen. Ook Ies en Lina waren er al en installeerden hun spullen omdat ze beloofd hadden om Jack en Ans te helpen met opzetten. Als verrassing verscheen ook Albert Akkerman die middag. De camping heeft mooie ruime plaatsen en we kregen toestemming zo nodig de ontmoetingsruimte te gebruiken.
Dinsdag druppelden ook de anderen geleidelijk aan binnen. Het weerzien was hartelijk en de begroetingen niet minder.
’s -Avonds opende Peter het kamp. Hij las over Gods grootheid in de schepping en de rol van Jezus daarin en droeg het kamp aan de zorg van onze Vader op. We maakten plannen voor een aantal uitstapjes, die in de kampgids stonden, concreet en verdeelden die om ze verder voor te bereiden. Op donderdag maakten we met elkaar de kortste fietstocht uit de gids. [ca. 25 km] We kregen direct een mooie indruk van het weidse Friese landschap met weiden en meren en enkele dorpjes. Af en toe braken we onze lippen over de uitspraak van de namen. De weerberichten voor deze week waren niet gunstig, maar het weer zelf viel mee. Het regende best wat, maar die was niet echt hinderlijk. De wind kan hier vrijuit waaien en deed dat ook. De ondersteuning op de fietsen bewees zijn nut, dubbel en dwars. Met de fiets deden we o.m. Balk, Sloten, Oudemirdum en Workum aan. Wat een mooie, idyllische plaatsen ! Duidelijk zichtbaar is dat het de inwoners van deze stadjes heel goed ging toen het IJsselmeer nog Zuiderzee was. Het bezoekerscentrum Mar en Klif in Oudemirdum bleek een aanrader. Geschiedenis van en bijzonderheden in het landschap worden op plezierig, onderhoudende manier gepresenteerd. Zondag bezochten de meesten de NGK in Sneek. In de middag werd veelal de dienst van de thuisgemeente bekeken. Dinsdag was het geen aangenaam weer. We hielden een spelletjes middag in de ontmoetingsruimte, heel gezellig.
Woensdag in de 2e week staken we met de pont het IJsselmeer over en bezochten Enkhuizen. ”Wat een prachtig oud stadje is dat”, was de algemene conclusie. Bij terugkomst in Stavoren bleek de viskraam al dicht, voor sommigen een teleurstelling. Gelukkig waren er meer mogelijkheden om de honger te stillen. Open Monumenten Dag “vierden” we in het stadje Hindelopen en kwamen onder indruk van de manier van leven, werken en wonen aan de Zuiderzee door de eeuwen heen. De stad heeft dit jaar 800 jaar stadsrechten en dat wilden de inwoners ook laten zien. Allerlei activiteiten werden ontplooid : een collectie met foto en beschrijving van mensen die hier hebben gewoond , “Hylkers” waaronder bv. wijlen ds. Glashouwer, één van de oprichters van de EO, [voor]lezen van verhalen in de taal van de stad, “Hylks”, wandelende dames en heren in allerlei kelderdracht van heinde en ver. Wat opviel was dat de dragers ervan het heel leuk vonden om over hun dracht te vertellen. De optredens van volksdansgroepen uit allerlei streken vrolijkten de dag verder op. Eén fikse bui trok over, even was het guur. Het museum was een fijne schuilplaats.
Zondag fietsten we met een flinke groep naar de kerk in Balk. ’s Avonds gingen we met z’n 11-en naar een samenzangdienst in de Hervormde kerk van Wijckel. Uitbundig bezongen we Gods trouw en goedheid en het hemels Jeruzalem. De predikant onderwees ons in een korte overdenking over een onbekende vrucht : de Mirakelbes. De werking op menselijke smaakpapillen is zo dat heel zuur toch zoet proeft, dat is na hooguit 2 uur verdwenen. Gods trouw is eeuwigdurend. De maandag verliep onstuimig zodat we koffie dronken in de ontmoetingsruimte. Dinsdag kwamen de oud-leden Janny van Eijck en Jaap Snoeijer op bezoek. Vanwege het weer dronken we koffie met elkaar in de ontmoetingsruimte. Later gingen de gasten bij diverse anderen op bezoek, wat leuke momenten gaf.
Woensdagmiddag togen we naar Lemmer. Mannen en 2 vrouwen bezochten het Wouda- stoomgemaal. We kregen een rondleiding waar geschiedenis en werking deskundig werden uitgelegd en getoond. De andere dames gingen met elkaar “shoppen” in het gezellige stadje. De hoeveelheid aankopen bleef zeer beperkt. In een restaurant aan de sfeervolle haven troffen de groepen elkaar weer. Enkele diehards trotseerden de miezerregen nog aan de haven.
Heel vaak konden we de koffie, thee of het frisje/borreltje later in de middag in de kring op het veld genieten. De keren dat we plannen moesten omzetten vanwege het weer bleven heel beperkt. De warme maaltijd op zaterdag was steeds een feest van gemak en smaak ; de vroegere camping-eigenaar Bertus zette de frituurpan aan en had aan de GTCC-ers goede klanten. Afhankelijk van het weer genoten we er binnen of buiten van.
Per fiets bezochten we Workum. Ook al weer zo’n bijzonder stadje. Het museum van schilder Jopie Huisman was een ontdekking. Een autodidact die postuum zelf zijn werken in de audiotour toelicht, heel bijzonder. Als extra was er een tijdelijke tentoonstelling van werken van Henk Helmantel, die zijn werken en die van Jopie van commentaar voorzag ; een verrijking ! Het was de pittige fietstocht zeker waard. Verblijf op een terras in de zon en later een ijsje vergoedden veel.
Het weer liet toe dat we later in de middag in de kring pannenkoeken bakten en aten. Een plezierige traditie inmiddels ; wel op tijd starten met bakken, want wanneer de zon wegzakt wordt het snel [te] koud. Per auto deden we Makkum aan. We dwaalden door het historische stadje, langs de haven met sluis en genoten op een terras in de zon van lokale lekkernijen. Het afsluitende bezoek aan de “beroemde” ijsboerderij nabij Oudemirdum viel tegen ; vanwege het gevorderde seizoen was de keus beperkt en moesten we onszelf bedienen. Sommigen deden ook de Rode Klif bij Warns aan, die herinnert aan de strijd van de Friezen in 1345 streden om hun vrijheid te behouden. Niet zonder reden vermeldt de grote zwerfkei op het monument “Liever dood dan slaaf” [natuurlijk in het Fries]
Met Albert als deskundige gids maakte een groep een wandeling door het bos bij de camping. Daar ontmoetten ze de vrouw die het bos voor de eigenaar beheert. Uitwisseling van haar bezigheden en ervaringen en de kennis van bioloog Albert was voor beiden inspirerend en voor de anderen leerzaam. Het bos bleek een dassenburg te herbergen. Toen niet gevonden, later zag Albert hem wel.
Het afsluitende maal genoten we bij de Chinees in Balk. We kregen een “eigen” ruimte wat gelegenheid gaf om het kamp af te sluiten en de leiders Peter en Truus “in het zonnetje te zetten”. Niet onbelangrijk : het eten smaakte heerlijk. Jack en Ans zijn er voor het laatst bij omdat het caravannen niet meer gaat. We gaan ze missen !
We kijken dankbaar terug op een mooi kamp met een fijne sfeer. Ieder kwam ook weer veilig thuis ; we danken de Heer voor zijn trouw en zorg.
Ies van den Akker